Je inzet in de OR meewegen bij de beoordeling?
Een praktijkgeval. De inzet van de leden van een OR worden meegenomen bij de beoordeling. Kan dat? Mag het eigenlijk wel? Wat zijn voor- en nadelen? En als het gebeurt, kun je dan slim en effectief kaders stellen?
Terughoudend
Het meenemen van prestaties bij de beoordeling van OR-leden wordt in het algemeen terughoudend beoordeeld door vakgenoten. Toch zijn er wel mogelijkheden, die recht doen aan de inzet van hen. Ik onderstreep inzet, want het mag niet gaan over de inhoud van het OR-werk en de standpunten die een lid inneemt. Daarbij geldt: het maakt niet uit of het persoonlijke standpunten zijn of die van de OR.
“Het mag niet gaan over de inhoud van het OR-werk en de standpunten van een lid”
Mogelijkheden die recht doen aan de inzet van OR-leden
Uitgangspunt moet zijn dat bij de beoordeling op een of andere manier de bijdrage aan de OR/medezeggenschap wordt gewaardeerd. Dat is een positieve tegenhanger van commentaar (of erger) dat OR-leden minder op hun werk aanwezig zijn. Zo kan voorkomen worden dat OR-leden een mindere beoordeling krijgen. Dat is dus een positief effect van meenemen van prestaties bij de beoordeling van OR-leden.
Die ‘prestaties’ zijn dus de inzet die ze plegen. Er is een goed uitgangspunt om te voorkomen dat daar een subjectieve component insluipt. Want wie bepaalt dat die inzet goed is geweest? Het beste uitgangspunt is om standaard elk lid dat x % van de vergaderingen en andere activiteiten van de OR bijwoont en een bijdrage levert positief te beoordelen. De voorzitter of het Dagelijks Bestuur van de OR kan zo’n verklaring afgeven. Dat wordt vervolgens bij de totale beoordeling van medewerkers die lid van een OR zijn meegenomen.
Onwenselijke vormen van beoordelen
Beoordelen is een precaire zaak in een vertegenwoordigend orgaan als een OR. Een lid moet nu eenmaal zijn/haar mening kunnen inbrengen. Het is al gauw een hellend vlak als de kwaliteit van de inzet beoordeeld wordt. Daar zit al gauw een subjectieve component aan vast.
Wanneer moet je terughoudend zijn bij beoordelen?
- Bij effecten op de jaarlijkse inhoudelijke beoordeling van medewerkers
- Bij effecten op de loonontwikkeling resp. het personeelsdossier.
Voortgangsgesprekken
Voorzitters kunnen eventueel individuele ‘functionerings’gesprekken (beter: voortgangsgesprekken) voeren met leden. Dat moet dan niet gericht zijn op het beoordelen van de kwaliteit van het werk van de leden; wel op het functioneren van de leden: zit hij/zij in de juiste commissie, heeft hij/zij behoefte aan individuele scholing e.d.
Bonus op het OR-werk?
Soms krijgen wij de vraag of er ook een bonus op het OR-werk gegeven moet of kan worden. Ons advies is om daar terughoudend mee om te gaan. Een blijk van waardering is natuurlijk prima, maar hoe hoger de waarde, hoe meer kans op oneigenlijke effecten.
Regeling/convenant/bijlage bij het reglement
Veel zaken rond de OR zijn vastgelegd in wet- en regelgeving. De WOR schrijft voor waar de OR over gaat; het OR-reglement legt de werkwijze vast. Veel OR-en hebben voorts een faciliteitenregeling en een huishoudelijk reglement. Artikel 32 van de WOR laat ruimte om dit in een ondernemingsovereenkomst (convenant) vast te leggen.
Ons advies
De inzet van OR-leden meewegen bij de beoordeling? Dit kan het beste uitgewerkt worden in een regeling, die zowel door de OR als de bestuurder ondertekend wordt. Het kan het beste dan een bijlage bij het reglement worden; dan blijft het steeds in beeld.
Wil je advies of hulp hierbij? Hier weet je ons te vinden.